Keuzehulp voor het kiezen van LED dimmers

Het dimmen van LED-verlichting kan soms lastiger zijn dan verwacht. Denk aan knipperende lampen, zoemende dimmers, brommende verlichting of een beperkte dimbaarheid. Vaak ligt de oorzaak bij een onjuist gekozen dimmer of een niet-dimbare lamp.

In deze blog leggen we uit waar je op moet letten bij het dimmen van LED-lampen, zodat je goed voorbereid aan de slag kunt. Let op: Magnetische 48V railverlichting kan niet worden gedimd met een standaard LED-dimmer.

1. Is je verlichting dimbaar?

Niet alle LED-lampen zijn dimbaar. Dit kun je herkennen aan een symbool of tekst op de verpakking.

• Dimbare LED-lampen: Werken met de juiste LED-dimmer.
• Niet-dimbare LED-lampen: Knipperen of gaan kapot als je ze probeert te dimmen.

Bij twijfel is het altijd verstandig om een lamp te kiezen waarop expliciet staat dat deze dimbaar is.

2. Werkt je lamp op 12V of 230V?

LED-lampen werken op verschillende spanningen.

230V LED-lampen (direct op netstroom)

Deze zijn eenvoudig te dimmen met een geschikte LED-dimmer. Veelgebruikte typen zijn:

• E27 (grote fitting)
• E14 (kleine fitting)
• GU10 (meest gekozen railverlichting-spot)

12V LED-lampen (met een transformator)

Bijvoorbeeld G4, MR16 of MR11. Bij deze lampen speelt de transformator (trafo) een grote rol.

• Halogeen-trafo’s (30-500W ballast) werken vaak niet met LED, omdat LED-lampen te weinig vermogen verbruiken.
• Voor dimbare 12V LED-lampen is een speciale LED-trafo nodig.

Een standaard halogeendimmer is niet geschikt voor LED-verlichting.

3. Welke LED-dimmer heb je nodig?

Veel dimproblemen ontstaan doordat een verkeerd type dimmer wordt gebruikt.

Waarom werkt een standaard halogeendimmer niet goed met LED?

Halogeendimmers hebben vaak een minimaal vermogen van 40-60W, terwijl LED-lampen vaak minder dan 10W verbruiken. Dit leidt tot knipperende of niet-dimmende lampen.

Een LED-dimmer is noodzakelijk

• LED-dimmers zijn geoptimaliseerd voor laag vermogen, bijvoorbeeld 0-150W of 0-450W.
• Ze zijn compatibel met moderne dimbare LED-lampen.

4. Fase-aansnijding vs. fase-afsnijding – welk type dimmer heb je nodig?

LED-dimmers werken met twee dimtechnieken.

Wanneer de dimtechniek niet op de lamp staat, is fase-afsnijding de beste keuze, omdat dit met de meeste LED-lampen werkt.

5. Speciale aandacht voor railverlichting en 48V magnetische rails

Dimbare railverlichting (230V – GU10-spotjes)

• Gebruik een dimbare LED-GU10-lamp in combinatie met een geschikte LED-dimmer.
• Zorg dat de totale belasting binnen het aansluitvermogen van de dimmer valt.

48V magnetische railverlichting – let op

Magnetische railverlichting werkt op lage spanning (48V) en heeft een speciale driver. Dit betekent:

• Niet dimbaar met een standaard LED-dimmer.
• Een driver met geïntegreerde dimfunctie is noodzakelijk, zoals DALI, Zigbee of 0-10V.

Bij twijfel is het raadzaam om altijd de specificaties van de driver te raadplegen.

6. Aansluitvermogen en het belang van een stabiele belasting

Wanneer LED-lampen ondanks een goede dimmer nog steeds knipperen, kan dit komen door een te laag aangesloten vermogen of een combinatie van verschillende typen lampen.

• Controleer het minimale vermogen van de dimmer. Een dimmer met 5-100W vermogen werkt mogelijk niet goed als er slechts één lamp van 3W wordt aangesloten.
• Gebruik alleen hetzelfde type lampen op één dimmer. Meng geen LED en halogeen en combineer geen verschillende wattages door elkaar.

7. Wat te doen als de lampen knipperen of zoemen?

Veelvoorkomende problemen en oplossingen.

Een dimstabilisator kan helpen bij flikkerende lampen.

8. Afdekmateriaal: past jouw dimmer in de bestaande schakelaars?

Niet alle dimmers passen direct in bestaand schakelmateriaal. Het is daarom belangrijk om te controleren of jouw dimmer compatibel is met bekende merken zoals Jung, Busch-Jaeger, Gira, Berker en Peha.

Sommige dimmers, zoals EcoDim, zijn geschikt voor de meeste merken.

Checklist: zo kies je de juiste LED-dimmer

• Controleer of de LED-lamp dimbaar is.
• Controleer of de lamp op 12V of 230V werkt. Voor 12V is een LED-trafo nodig.
• Kies een LED-specifieke dimmer en geen halogeendimmer.
• Gebruik fase-afsnijding (RC) voor de meeste LED-lampen.
• Voor 48V magnetische rails is een driver met geïntegreerde dimfunctie nodig.
• Controleer het minimale aansluitvermogen van de dimmer.
• Combineer alleen lampen van hetzelfde type en wattage voor stabiel dimmen.

Conclusie: welke LED-dimmer is geschikt voor jouw verlichting?

De juiste dimmer voorkomt problemen zoals knipperen, zoemen en beperkte dimbaarheid.

• Voor 230V LED-lampen is een LED-specifieke fase-afsnijdende dimmer (RC) de beste keuze.
• Voor 12V LED-lampen is een dimbare LED-trafo noodzakelijk.
• Voor 48V magnetische rails is een driver met geïntegreerde dimfunctie vereist.

Heb je nog vragen? Neem contact met ons op en wij helpen je graag verder.

Bekijk onze railverlichting